Veilig sportklimaat

Gedragsregels S.C.E

Binnen S.C.E zijn goede omgangsvormen het uitgangspunt voor ons handelen. Normen en waarden bij de beoefening van de voetbalsport vinden onze leden belangrijk. Het bestuur van S.C.E wil eraan bijdragen dat onze leden in een veilige omgeving met plezier kunnen voetballen. Dit vraagt om duidelijke gedragsregels.

Binnen S.C.E gelden algemene gedragsregels (voor leden, vrijwilligers en bezoekers, spelers, trainers, leiders, ouders/verzorgers) en extra specifieke gedragsregels per doelgroep (spelers, trainers, leiders, ouders/verzorgers)

Vooral trainers, leiders en ouders/verzorgers hebben een belangrijke verantwoordelijkheid en voorbeeldfunctie voor wat betreft het uitdragen en bewaken van deze gedragsregels

Algemene gedragsregels

  1. Gedraag je altijd en overal sportief
  2. Geef het goede voorbeeld
  3. Het clubbelang is ook jouw belang
  4. Wees zuinig op je eigen spullen en op die van een ander
  5. Spreek elkaar aan op het gedrag
  6. Afspraak is afspraak
  7. Houd je aan de spel- en clubregels
  8. Accepteer beslissingen die genomen zijn
  9. Behandel iedereen altijd en overal zoals je zelf behandeld wilt worden.

 

Gedragsregels spelers / speelsters

  1. Is sportief, vertoont teamgeest als onderdeel van een team en helpt en steunt medespelers in het veld
  2. Is bij de training minimaal 15 minuten voor aanvang aanwezig
  3. Is voor een wedstrijd op het aan gegeven tijdstip aanwezig
  4. Heeft respect voor tegenstander, de leider en het publiek
  5. Accepteert de beslissingen van de scheidsrechter ook al is de speler het daar niet mee eens
  6. Is zuinig op alle materialen die je mag gebruiken, dus ook op de velden en kleedkamers
  7. Klopt vuile schoenen buiten de kleedkamer af en maakt ze schoon alvorens de kleed kamer in te gaan
  8. Dient na de wedstrijd en training te douchen (afhankelijk van leeftijd en afspraken)
  9. Helpt desgevraagd mee met het schoonmaken van de kleedkamer
  10. Meldt aan de leider of vertegenwoordiger van de vereniging als er iets kapot gegaan is
  11. Laat geen waardevolle spullen achter in de kleedkamer, maar geeft deze in bewaring bij de trainer of leider
  12. Helpt desgevraagd mee met het verzamelen van materialen na de training
  13. Komt een speler niet naar de training of wedstrijd zonder tijdig af te melden dan bepaalt de trainer, leider of de speler al dan niet bij de volgende wedstrijd mag voetballen
  14. Voor personen die willen roken, vragen wij dat dringend om buiten het sportcomplex te doen, het sportcomplex is immers rookvrij
  15. Wordt er in en in de omgeving van de kleedkamers geen alcoholische dranken gedronken
  16. Onder de leeftijd van 18 jaar is op onze accommodatie alcohol gebruiken verboden

   

Gedragsregels jeugdleiders

  1. Heeft een voorbeeldfunctie voor het team en corrigeert teamleden op ongepast gedrag
  2. Heeft respect voor spelers, ouders/verzorgers, scheidsrechters, grensrechters en tegenstanders
  3. Is op tijd aanwezig voor uit en thuis wedstrijden
  4. Ontvangt de tegenpartij en biedt de leider/trainer een kopje koffie/thee aan
  5. Zorgt voor toezicht in de kleedkamer zowel uit als thuis en verlaat als laatste de kleedkamer
  6. Gebruikt geen tabak e.d. of drank tijdens het begeleiden van het team.                                                 

Veilig sportklimaat bij S.C.E

Wat verstaan we precies onder grensoverschrijdend gedrag?Grensoverschrijdend gedrag is een verscheidenheid aan gedragingen waar het gaat over het toebrengen van (ernstige) schade op fysiek, mentaal en emotioneel vlak. Er zijn verschillende vormen van grensoverschrijdend gedrag, zoals.:   1. Intimidatie en machtsmisbruik; Denk aan iemand angst aanjagen, onder druk zetten of overmatige controle uitoefenen.   2. Seksuele intimidatie en misbruik; Onder seksuele intimidatie wordt verstaan: enige vorm van ongewenst verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag met een  seksuele connotatie (duiding), dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast.   3. Discriminatie; het ongelijk behandelen en achterstellen van mensen op basis van kenmerken die er niet toe doen, zoals seksuele gerichtheid, godsdienst en levensovertuiging, etniciteit, geslacht (gender), handicap etc.   4. Pesten; Betreft alle vormen van intimiderend gedrag met een structureel/herhalend karakter.   5. Agressie en geweld.